Het is 2 juni 2016. De dag waar ik naartoe heb geleefd. In ongeveer 10 maanden heb ik me met manlief voorbereid om het hier vandaag te gaan doen. De kriebels die ik zo vaak voelde, zijn er weer. Of beter gezegd: ik ben hyperdepieper-nerveus. Het is Alpe d’Huzes-dag.
De 1e keer de b-b-berg op
Nadat we de auto geparkeerd hebben, rijd ik eerst een half uurtje warm door het dorp. Dan gaan manlief en ik door de startpoort. We zullen één keer samen naar boven fietsen, daarna zullen we ieder in ons eigen tempo de volgende beklimmingen doen. In de laatste honderd meters voor de klim hoor ik tal van fietsen om me heen terugschakelen naar het lichtste verzet. Ik weet dat de eerste drie kilometers het zwaarst zijn en dat het nodig is om rustig te fietsen om jezelf niet op te blazen. Alsof ik iets anders kan dan rustig fietsen met een stijgingspercentage van 10-11%, zeg.

Fotocredits: Alpe d′Huzes
Ondanks de nog koude temperatuur ben ik snel goed warm. Tussen al die andere lopers en fietsers is het vrij snel doodstil om me heen. Vrijwel iedereen heeft zijn adem en energie nodig voor de klim. Manlief niet. Die babbelt er vrolijk op los en moedigt me aan.
Hup Ingrid!
En over aanmoediging gesproken. In iedere bocht staan er weer mensen die me toejuichen en aansporen.
Kom op Ingrid, je kunt het!
Je doet het hartstikke goed!
Je bent een kanjer!
Goed bezig, Ingrid!
Ingrid, Ingrid, Ingrid!
Het doet wat met me, merk ik. Het is even iets minder zwaar, het trappen voelt even iets lichter. Het is hartverwarmend hoe al die mensen die ik niet ken, mij en alle anderen naar boven helpen.
Even op adem komen
Na die beruchte eerste 3 kilometer moet ik even op adem komen. Het valt me tegen, ik zeg het eerlijk. Ik had gehoopt dat mijn hartslag wat lager zou blijven. Ik denk dat de kou me geen goed doet en mijn hartslag opjaagt. We eten en drinken wat en gaan meteen weer door om niet af te koelen. Gestaag fietsen we verder. Bocht na bocht, kilometer na kilometer. In iedere bocht zie ik de kaarsjes voor overledenen staan. De kaarsjes branden al als de eerste deelnemers in het donker starten. Hoe mooi is dat, zeg. Als symbolische stille aanmoediging zijn zij er om de deelnemers bij te staan. Ik realiseer me dat er een kaarsje voor mijn moeder tussen had moeten staan. Ik baal dat ik dat niet gedaan heb, maar tegelijkertijd bedenk ik dat ze er toch wel bij is. Hoe gek het ook klinkt, ik wil de emoties nu niet te veel toelaten. Ik wil eerst boven komen.

Fotocredits: Alpe d′Huzes
Genieten met mate
In al dat gedoe twijfel ik niet één keer of ik boven ga komen. Dat heeft de Col de Semnoz me geleerd: geloof niet alles wat je denkt. Maar toch: al fietsend en zwoegend is er met mate ruimte om te genieten (zoals velen me op het hart hebben gedrukt). Ik ben vooral bezig om boven te komen. Gelukkig is er ook een stuk dat het minder steil is.
Wie had ooit gedacht dat ik nog eens blij zou worden van een stijgingspercentage van 7%?
Maar grotendeels blijf ik constant de druk op mijn beenspieren voelen. Kilometers van 8% en 9%. Een paar kilometer voor de top zie je de weg languit voor je uit strekken. Manlief spreekt de legendarische woorden:
Kijk schat, hier kun je herstellen. Een lang stuk vals plat.
Maar zo voelt het helemaal niet! Ik kijk op mijn Garmin, die me ook echt iets anders vertelt. Het stuk “vals plat” zoals manlief het blijkbaar ervaart, is gewoon bijna 9%. Kuch. Hij fluit nog net geen deuntje en ik moet echt afzien. Ik kijk naar boven, de top is niet te zien vanwege de wolken en mist. De laatste kilometers worden dan onverwacht toch steeds makkelijker. Ik ben er bijna. Ik doe het gewoon! Er staan steeds meer mensen die me soms zingend, soms dansend, aanmoedigen en ik word daardoor naar boven gedragen. De finish komt in zicht. Vlak voor de finish zwaai ik met mijn arm om het publiek te laten weten dat ze best iets harder mogen juichen. Dat doen ze ook nog, de gekkerds. We passeren de finishlijn en wauw, we zijn er. Wát een gevoel! Torenhoog kippenvel. We highfiven ons suf en maken een paar foto’s.

Dankbaar pakken we het eten aan wat wordt aangeboden: sinaasappelstukjes, appels, bananen en warme bouillon. Het is enorm koud boven met zo’n 5 graden. We trekken snel iets aan en fietsen door.
Afdalen in de mist en kou met onderkoelingsverschijnselen
Het feest kan beginnen: afdalen! Eerst loopt mijn ketting er twee keer af. Joepie. Daardoor koel ik nog wat meer af dan goed voor me is. Het mag de afdaalpret niet drukken. Afdalen: ik hou ervan. Er wachten 21 heerlijke bochten op me. Gaaaaaan!

Weer beneden gekomen merk ik dat ik te (k)oud ben geworden. Leermomentje: neem meer droge kleding mee naar boven. Mijn lijf rilt en mijn tanden klapperen van de kou. We drinken wat warme thee in het dorp en ik trek droge kleding aan. Het rillen houdt desondanks aan en ik bedenk dat ik het beste maar gewoon weer naar boven kan gaan. Dan word ik vast en zeker weer warm.
Alpe d’Huzes numero duo
Dus daar gaan we weer! Ik kijk nog niet echt uit naar het opnieuw beleven van de eerste 3 kilometer, maar goed. Ik wilde 2 keer naar boven, dus dan ga ik ook 2 keer naar boven. Manlief fietst deze keer in zijn eigen tempo, dus ik ga alleen. Ik neem me voor om het heel rustig aan te doen, te stoppen wanneer ik maar wil, foto’s te maken en te gaan genieten. Ik ben inderdaad snel weer warm en de buitentemperatuur voelt inmiddels ook iets beter. Al snel merk ik dat het nu heel anders voelt. Het is beduidend minder zwaar dan de eerste keer. Ik heb meer aandacht voor wat er om me heen gebeurt.
De onvermijdelijke emoties
Ik zie de vele banners in de bochten hangen met foto’s van mensen die overleden zijn. Foto’s van kinderen die te jong het leven moesten verlaten. De teksten en namen op shirts van de andere fietsers of lopers. Mensen om me heen die zichtbaar nog in hun strijd verwikkeld zijn. Ik realiseer me dat er zo vele verhalen, zo veel verdriet, strijd, pijn en gemis op deze berg aanwezig zijn. Natuurlijk moet ik hierdoor denken aan de mensen in mijn leven die de strijd met kanker moesten aangaan. Mijn ogen prikken als mijn moeder als eerste in mijn gedachte komt. Wat zou ze trots zijn dat haar toenmalige ongezonde dochter dit nu doet.
Niemand meer dood aan kanker. Dat wil jij toch ook?
Bocht na bocht fiets ik verder, steeds dichter bij mijn doel. Inmiddels ervaar ik hysterisch plezier om alles wat ik zie. Ik geniet van het mooie uitzicht. Soms draagt de muziek langs de kant van de weg me al zingend naar boven. Maar even zo vaak zijn het de mensen en de saamhorigheid om me heen. De top en het besef komen nu steeds dichterbij. Jeej, ik ga het halen! En als ik dan uiteindelijk opnieuw onder de finishboog fiets, voelt het onbeschrijflijk. Waanzinnig. Euforisch. Stoer. Een traantje. Geluk. Intens.
What a ride.

Did it!
Schrijf een reactie